Bosbouw: de zorg voor het behoud van bos

Bij veel mensen roept bosbouw negatieve beelden op. We zien vaak beelden van illegale houtkap in de tropen, waarmee veel geld wordt verdiend, of het platbranden van grote stukken bos voor de aanleg van palmolieplantages of om weidegronden voor vleeskoeien. Dit is geen bosbouw maar roofbouw.

Met bosbouw bedoelen we de zorg voor het behoud van bossen waarbij de mens gebruikt maakt van die bossen, voor hout, recreatie en grote biodiversiteit (veel soorten planten en dieren). Maar ook als bescherming tegen lawines, verstuiving van de grond of uitersten in het weer. Sinds ongeveer 1960 is de opkomst zichtbaar van geïntegreerd bosbeheer. Geïntegreerd bosbeheer richt zich op alle functies van het bos: recreatie, houtoogst, beschutting, natuurwaarden en vormgeving van het landschap. Deze nieuwe manier van bosbeheer is nu algemeen aanvaard in de Nederlandse bosbouwwereld en leidt tot veel meer gemengd bos en mooiere bosstructuren. Voordien ging men er meestal vanuit dat alle andere functies automatisch zouden volgen in het kielzog van de houtproductie. Houtproductie, maar ook de versterking en verjonging van het bos, leidt tot houtkap. Dit kappen gebeurt echter nooit lukraak, er gaat een zorgvuldige planning aan vooraf. Eerst wordt beoordeeld in welke delen van het bos dunnen nodig is. Daar worden vervolgens de toekomstbomen geselecteerd. Toekomstbomen worden gekozen op hun kwaliteiten voor natuur, recreatie of houtproductie. Dan wordt bepaald hoeveel ruimte deze bomen nodig hebben en welke bomen moeten wijken. Bij het selecteren van de bomen komt dus heel wat vakkennis kijken. Tegelijk blijft het natuurlijk een kwestie van keuzes maken. Bosbouwers gebruiken hun vakkennis om te komen tot een goed afgewogen keuze. Het kappen van bomen heeft deels dus een economische achtergrond (het levert geld op) en deels een beheersaspect (een sterker, mooier bos).