Wie regelmatig in het bos komt, ziet dat het bos kan veranderen. Bijvoorbeeld als gevolg van stormen, of ziekten. Maar ook door mensenhanden. In het Nederlandse bos wordt elk jaar 1,4 miljoen kubieke meter hout geoogst. Genoeg om een heel voetbalstadion voor 50-duizend mensen mee vullen. Er wordt dus flink wat hout geproduceerd in ons land.
De belangrijkste boomsoorten voor deze productie zijn Grove Den, Populier, Douglas, Lariks en Fijnspar. We gebruiken in Nederland overigens veel meer hout dan we uit onze eigen bossen halen. Het Nederlandse bos levert slechts in 10% van het hout dat we nodig hebben. De andere 90% wordt onder andere uit Afrika, Azië en Scandinavië geïmporteerd.
Om ervoor te zorgen dat de Nederlandse bossen voldoende hout produceren dat ook nog eens van goede kwaliteit is, is goed bosbeheer noodzakelijk. Dit begint al bij de aanplant en gaat door totdat de bomen volgroeid zijn. In elke levensfase van een bos vinden specifieke beheeractiviteiten plaats. Meestal gaat het om ‘dunnen’, heel soms om ‘opsnoeien’ van toekomstbomen en soms ook wel om onderplanten om betere menging te krijgen.
Bos wordt diverse malen gedund. Daarbij worden ongeschikte bomen weggehaald en krijgen de goede bomen meer ruimte om te groeien. Het oogsten van het hout gebeurt tegenwoordig meestal met grote machines. Na de oogst wordt het hout verwerkt tot verschillende producten, zoals palen, perkoenen, damwand, planken en balken voor in de bouw, meubels, speelgoed, klompen, papier en karton en nog veel meer. Voor alle activiteiten die met bosbeheer te maken hebben, zijn mensen nodig met de juiste opleiding. Tegenwoordig werken er zo’n 42.000 mensen in de bos- en houtsector.